Yamorc modelbaan besturing

YaMoRC modelbaan besturing


Mijn vorige modelbaan was analoog gestuurd. Met de bouw van De Geuldalbaan wilde ik overstappen van analoog op digitaal. De bedoeling is om uiteindelijk de modelspoorbaan met pc te gaan besturen. Voor de testritten wordt een lokmaus gebruikt

Vanwege aanhoudende problemen met de Loconet terugmeldmodules DR4088LN-cs is besloten om alle DR modules te verwijderen van de modelbaan en volledig over te stappen op YaMoRC. De enige Digikeijs modules die op De Geuldalbaan blijven - althans vooralsnog - zijn de DR4018 schakeldecoders.

besturing van mijn modelbaan: digitale centrale, boosters, schakeldecoders, terugmeldmodules, diodeschakeling (en PC)

digitale centrale YD7001

Omdat ik de modelbaan met een pc wil gaan besturen is de keuze gevallen op een centrale van YaMoRC. De centrale die er nu ligt is een upgrade van de DR5000 waarmee het feitelijk een nieuwe centrale is geworden: de YaMoRC YD7001.

terugmeldmodules YD6016LN-cs en YD6016ES-cs

Terugmelding/bezetmelding gebeurt op De Geuldalbaan op basis van stroomdetectie. Op de modelbaan worden modules van YaMoRC gebruikt. Op elk segment komt eerst een LocoNet bezetmeldmodule (YD6016LN current sensor). De reden is dat LocoNet minder storingsgevoelig lijkt te zijn. Als er meer dan 16 bezetmelders aangesloten dienen te worden, wordt de YD6016LN uitgebreid met een YD6016ES module via een patchkabel.

De terugmeldmodules zijn decentraal geplaatst zodat de kabels van de bezetmelders niet langer worden dan noodzakelijk.

 

Voor het Loconet worden platte 6-aderige kabels gebruikt met een massieve koperen kern. Dikte van de aders is AWG 26. De patchkabels zijn Cat5e UTP kabels met een massieve kern (AWG 26). De bedrading van de bezetmelders is 0,5mm² en die van de voeding voor de bezetmeldmodules is 1,5mm².

Het bijwerken → van de firmware en het toekennen van de adressen gebeurt via USB met de PC.

schakeldecoders

Als schakeldecoder wordt (nog) de DR4018 gebruikt. Vooralsnog met de standaard fabrieksinstellingen. Momenteel sturen de schakeldecoders DR4018 de wisselaandrijvingen van Roco aan, de printjes voor de puntstukpolarisatie, en via een bistabiel relais de MP5 wisselmotoren (zie MP5 wisselmotor →). De schakeldecoders zijn decentraal geplaatst. Elk segment van de modelbaan heeft zijn eigen schakeldecoder(s).

 

De DR4018 heeft een maximale belasting van 2,5 Ampère. Daarom is elke DR4018 afgezekerd met een kleine snelle buiszekering van 2,5A in een zekeringhouder (Conrad artikel 535940 en 533882).

schakeldecoders van de modelbaan besturing zijn afgezekerd met een buiszekering van 2,5 Ampère

boosters

Vanwege de grootte van de baan is in het ontwerp de modelbaan in 4 secties opgedeeld, elk met een eigen booster. De secties zijn aangeduid met A, B, C en H. De boosters krijgen de benaming booster-A t/m booster-H, waarbij booster-A de YaMoRC YD7001 centrale is die 3 Ampères kan leveren.

 

Voor de overige boosters wordt de YD7403 van YaMoRC gebruikt. In de huidige fase zijn er in principe nog geen extra boosters nodig omdat er slechts met 2 locs testritten worden gemaakt. Omdat sectie-H (helix-a en helix-b met in totaal 10 blokken) zich op slechts 1 segment (A) bevindt wordt hier wel de booster (H) geïnstalleerd.

 

Op de foto is de diodeschakeling gebouwd met een bruggelijkrichter (B40C5000A Conrad artikel 501921).

diodeschakeling

Er is al veel geschreven over het nut van een zogenaamde diodeschakeling ter voorkoming van problemen met bezetmelding op ongedetecteerde stukken. Daar ga ik niet verder op in, kijk bijvoorbeeld hier: https://encyclopedie.beneluxspoor.net/index.php/Diodeschakeling⌂.

 

Op de modelspoorbaan is bij elke booster een diodeschakeling geplaatst. De ringleiding bestaat per booster dus uit: railspanning(+), railspanning(-) en railspanning(d) van de diodeschakeling. Er is dus gekozen voor een diodeschakeling op een centrale plek (per booster) in plaats van een diodeschakeling op elk segment. Uiteindelijk zijn er dus 4 diodeschakelingen op de gehele modelbaan.

algemeen

Zoals gezegd zijn de schakeldecoders en de terugmeldmodules decentraal geplaatst. Ik heb er voor gekozen om al deze  modules aan de voorzijde van de modelbaan te monteren (en dus niet eronder). Dat is overzichtelijker en veel makkelijker toegankelijk. Omdat alle railstukken van de verdekte sporen worden gevoed kunnen deze nu aan de voorzijde worden afgemonteerd. Als de samenstelling van de blokken zou moeten veranderen (bijvoorbeeld verdere opdeling in het schaduwstation) kan dat eenvoudig aan de voorzijde worden aangepast.

besturing met terugmeldmodules en schakeldecoders aan de voorzijde modelbaan gemonteerd